Transitievergoeding, diensttijd en opvolgende contracten: hoe zit dat ook alweer?

Welke opvolgende arbeidsovereenkomsten tellen mee voor de transitievergoeding? 

Als arbeidsovereenkomsten elkaar opvolgen met een onderbreking van zes maanden of korter, dan tellen ze gezamenlijk mee voor de transitievergoeding. De arbeidsovereenkomsten vormen dan samen een keten van arbeidsovereenkomsten.

Als de onderbreking langer dan zes maanden duurde, dus minimaal zes maanden en één dag, dan is de keten van arbeidsovereenkomsten doorbroken. Na zo’n onderbreking begint er een volledig nieuwe telling van de diensttijd. Je hoeft dan alleen een transitievergoeding te betalen over de laatste arbeidsovereenkomst vanaf het doorbreken van de keten.

Voorbeeld – keten van arbeidsovereenkomsten: 

Bas heeft drie tijdelijke contracten van een jaar gehad. Tussen elk van die contracten zat een onderbreking van vier maanden. Elke onderbreking was korter dan zes maanden plus een dag. De arbeidsovereenkomsten vormen daardoor een keten van arbeidsovereenkomsten, die allemaal meetellen voor de transitievergoeding. Let op: de onderbrekingsperioden tellen niet mee voor de hoogte van de transitievergoeding.

Voorbeeld – keten doorbroken:

Marieke heeft twee tijdelijke arbeidsovereenkomsten van een jaar gehad. Tussen de twee contracten zat een pauze van acht maanden. Als de laatste arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever eindigt, hoef je alleen een transitievergoeding te betalen over de duur van de laatste arbeidsovereenkomst. Er is geen keten van arbeidsovereenkomsten ontstaan, want de onderbreking duurde langer dan zes maanden.

Hoe zit het als ik tussentijds al een transitievergoeding heb betaald?

Als een tijdelijk contract (arbeidsovereenkomst 1) van rechtswege eindigt, dan betaal je een transitievergoeding. Keert de werknemer binnen zes maanden weer terug? Dan is er een keten van arbeidsovereenkomsten ontstaan, omdat de onderbreking korter was dan zes maanden en een dag. Eindigt het volgende tijdelijke contract (arbeidsovereenkomst 2) ook weer van rechtswege? Dan moet je voor de transitievergoeding weliswaar kijken naar de totale diensttijd van arbeidsovereenkomst 1 en 2 samen, maar je mag de eerder uitbetaalde transitievergoeding in mindering brengen op de transitievergoeding die je na het eindigen van arbeidsovereenkomst 2 moet uitbetalen. 

Voorbeeld – meerdere transitievergoedingen:

Puck heeft een tijdelijk contract van een half jaar. Het contract eindigt na de looptijd, en haar werkgever betaalt een transitievergoeding uit. Na vier maanden komt Puck opnieuw tijdelijk in dienst. Dit keer voor de duur van een jaar. Na dat jaar gaat Puck weer van rechtswege uit dienst. Puck heeft op dat moment een diensttijd van anderhalf jaar, omdat de twee arbeidsovereenkomsten een keten vormen. Maar: je hebt na een half jaar al een transitievergoeding uitbetaald. Je hoeft nu dus alleen nog een transitievergoeding te betalen over de afgelopen arbeidsovereenkomst, die één jaar duurde.

Moet ik ook een transitievergoeding betalen als de werknemer een verlenging weigert?

Nee, dan hoef je geen transitievergoeding te betalen. Je hoeft als werkgever alleen een transitievergoeding te betalen als de werknemer uit dienst gaat op jouw initiatief. Wil jij de arbeidsovereenkomst verlengen, maar de werknemer niet? Dan gaat de werknemer op eigen initiatief uit dienst. De werknemer heeft daardoor geen recht op de transitievergoeding.

Heb je vragen over de transitievergoeding? Of zit je met een andere arbeidsrechtelijke kwestie? RAP staat voor je klaar met snel en praktisch advies van specialisten uit jouw sector.